Engelse raaigras

Engels raaigras (Lolium perenne) is een dichte zoden-vormende, vaste plant uit de grassenfamilie (Poaceae).Engels raaigras komt zowel van nature als uitgezaaid in Nederland voor. Nederland ligt in het genencentrum van Engels raaigras. Nederlandse kweekbedrijven hebben talloze rassen gecreëerd. Het is in niet doorgeschoten toestand een erg voedzaam gras met een hoge voederwaarde. Ook is Engels raaigras bestand tegen betreding van mens en dier. Het wordt ingezaaid in weilanden, sportvelden en speelgazons. In de laatste twee gevallen heeft een niet scherpe grasmaaier soms wat moeite met de bladeren door de dikke vaatbundels in de nerven, waardoor er zogenaamde vlaggetjes ontstaan.

Naamgeving

De naam Engels raaigras stamt uit de tijd dat het graszaad uit Engeland werd geïmporteerd. De vroegste teelt van graszaad vond reeds plaats begin 1600 in Oxfordshire in Engeland en breidde zich in Engeland sterk uit. Dit zaad werd op het vasteland onder de naam Engelsch raaigras in de handel gebracht.

Botanische beschrijving

De plant wordt 30-60 cm hoog met rechtopstaande, gladde stengels. Het blad is lichtgroen, onbehaard en vettig glanzend. De nerven steken duidelijk boven het bladoppervlak uit. Het wordt tot 20 cm lang. De bladeren zitten in een jong stadium langs de hoofdnerf gevouwen. De schede aan de voet is vaak roze. Het tongetje (ligula) is ringvormig en tot 2 mm hoog.

Aar

De bloeiwijze is een platte aar met een heen en weer gebogen platte spil. De aartjes zitten in pakjes van acht tot tien bloempjes en zijn ongesteeld, eivormig en plat. Het aantal pakjes kan variëren van 18 tot 24 per aar. Deze zijn afwisselend geplaatst aan weerszijden van de hoofdas in een kleine uitholling van die as. De kelkkafjes zijn ongeveer 1,5 maal zo lang als de kroonkafjes. Het lemma (onderste kroonkafje) is ongenaald.

Bloeitijd

Van Engels raaigras worden er verschillende typen onderscheiden met betrekking tot het bloeitijdstip. Het vroegste type (“vroeg hooitype”) bloeit van half mei tot eind mei. Het late type (“weidetype”) bloeit in de eerste helft van juni. Na maaien of beweiden kan alleen het vroeg hooitype nog een keer in bloei komen.

Vrucht

De vrucht is een graanvrucht.

Typen

Bij Engels raaigras kunnen de volgende typen worden onderscheiden naar gebruik en naar doorschietdatum (tijdstip van in bloei komen):

  • Voedertype
    • Vroeg hooitype
    • Laat hooitype
    • Weidetype
  • Gazon- en sportveldtype

Binnen de voedertypen zijn er diploïde en tetraploïde rassen.

De vorm van de planten varieert in het vegetatieve vermeerdering stadium van zeer plat tot sterk rechtop groeiend. De vroege hooitypen hebben een meer rechtop groeiende vorm en bij de weidetypen komen meer plat groeiende vormen voor, vooral bij planten in oude weilanden. Door begrazing zijn deze typen overgebleven, omdat van dit type relatief minder kan worden afgegraasd.
De gazontypen blijven laag en stoelen sterk uit (dat wil zeggen dat ze aan de grond zijscheuten krijgen). Door het uitstoelen krijgt men een mooie dichte zode met een goede draagkracht.

Ziekten

Engels raaigras kan vooral in de nazomer sterk aangetast worden door kroonroest(Puccinia coronota f. lolii). Er zijn grote rasverschillen in resistentie tegen kroonroest.

Deze pagina is afkomstig van Wikipedia en valt onder de CC-BY-SA-3.0 en GFDL

Geplaatst in Geen categorie

In het Archief